Elk deelgebied heeft eigen mogelijkheden

Elk deelgebied heeft door de kenmerken zijn eigen gebruik, kwaliteiten en uiterlijk. Deze afwisseling willen we zo houden en waar dat mogelijk is, versterken. Elk gebied heeft ook zijn eigen opgaven en ontwikkelingsmogelijkheden. Ontwikkelingen moeten goed aansluiten bij de kenmerken van het landschap waarvoor het bedacht is. Klik hier voor het Landschapsontwikkelingsplan (afbakening landschapstypen en achtergronden). En zie hier de Landschapsvisie. Hieronder het onderscheid dat we in grote lijnen maken.

  1. De intensieve productielandschappen. Daar moet de beplanting aan de randen van lanen en blijven. We moeten dat ook aanvullen.

  2. De extensieve productielandschappen. Daar geldt hetzelfde als bij punt 1 voor de weg- en laanbeplanting.

  3. De beekdalen. Bij de Aa of Weerijs en de Kleine Beek werken we aan beekherstel. En we richten een ecologische verbindingszone in. Voor de andere beken onderzoeken we de kansen hiervoor.

  4. De natuurgebieden en oude landgoederen. Daar willen we de natuur-, landschaps- en cultuurhistorie versterken.